1 | O Jezus wees ter plaatse! |
O Jezus kom op tijd! | |
De eerste is de laatste. | |
Hij loopt de wereld uit. |
2 | De doden zijn verloren, |
gevallen uit het licht, | |
zij hebben dichte oren | |
en beide ogen dicht. |
3 | O kinderen gestorven |
in onverstaanbaarheid, | |
nu wordt het nooit meer morgen, | |
de zon, de maan zijn uit. |
4 | De liefde heeft geen haven, |
het schip zwalkt over zee. | |
Het lichaam wordt begraven, | |
alleen de dood gaat mee. |
5 | Hij kwam de dode tegen, |
men droeg de dode uit. | |
De dood is halverwege | |
door onze Heer gestuit. |
6 | Gij die ter hel gevaren |
de dood hebt uitgestaan, | |
red hen die in de aarde | |
zo reddeloos vergaan! |
7 | Als koning zult Gij heersen, |
Gij maakt een nieuw begin. | |
De laatste wordt de eerste, | |
Hij loopt de wereld in. | |
Liedboek voor de Kerken 1973