Gezang 272


1   Midden in het leven zijn wij
door de dood omvangen.
Wie is daar die hulp ons biedt,
dat wij troost erlangen?
Alleen Gij, Here Jezus!
Hoezeer doet ons de zonde leed,
die Gods toorn ontbranden deed.
Heilige Here God,
heilige, sterke God,
heilige barmhartige Heiland,
Gij eeuwige God,
laat ons niet verzinken
in de bitt're nood des doods!

2   Midden in de dood zijn wij
door de hel omvangen.
Wie doet in die laatste nood
redding ons erlangen?
Alleen Gij, Here Jezus!
U gaat ter harte, dat wij zijn
in de zonde en in de pijn.
Heilige Here God,
heilige, sterke God,
heilige barmhartige Heiland,
Gij eeuwige God,
laat ons niet versagen
in de aanvechting der hel!
Kyrieleison!

3   Midden in de angst der hel
drijft ons onze zonde.
Waarheen vluchten, als die muil
haast ons heeft verslonden?
Alleen tot U, Heer Jezus!
Want Gij vergoot uw kostbaar bloed,
dat voor onze schuld voldoet.
Heilige Here God,
heilige sterke God,
heilige barmhartige Heiland,
Gij eeuwige God,
laat ons niet ontzinken
aan de troost van het geloof!
Kyrieleison!

Liedboek voor de Kerken 1973