Gezang 254


1   God in de hoog' alleen zij eer
en dank voor zijn genade,
daarom, dat nu en nimmermeer
ons deren nood en schade.
God toont zijn gunst aan ons geslacht.
Hij heeft de vrede weergebracht;
de strijd heeft thans een einde.

2   U, Vader, U aanbidden wij,
wij zingen U ter ere;
onwrikbaar staat uw heerschappij,
voorgoed zult Gij regeren.
Gij hebt onmetelijke macht,
uw wil wordt onverwijld volbracht.
Die Heer is onze Koning!

3   O Jezus, die de Christus zijt,
des Vaders Eengeboren,
Gij hebt ons van de toorn bevrijd
en redt wie was verloren.
Gij, Lam van God, voor ons geslacht,
verhoor ons roepen uit de nacht,
erbarm U over allen.

4   O Heil'ge Geest, ons hoogste goed,
ten Trooster ons gegeven,
heb dank dat Gij ons delen doet
in Jezus' dood en leven.
Beveilig ons in alle nood,
blijf ons nabij in angst en dood,
op U steunt ons vertrouwen.

Liedboek voor de Kerken 1973