Gezang 236


1   De jaarkring brengt ons in zijn keer
de allerschoonste vreugde weer,
omdat de Geest des Heren wordt
op zijn disciplen uitgestort.

2   Vlammen die op hun hoofden staan,
nemen de vorm van tongen aan,
opdat zij rijk aan woorden zijn
en vol van liefde sterk en rein.

3   De menigte der volken beeft
omdat hun taal voor allen leeft.
Men schimpt: zij zijn vol zoete wijn,
die door de Geest bevleugeld zijn.

4   Juist vijftig dagen na het feest
van Pasen kwam de Heil'ge Geest,
de spanne tijds van ouds gesteld,
waarop de wet der vrijheid geldt.

5   Wij buigen ons ootmoedig neer,
en bidden U, getrouwe Heer,
geef dat vandaag ook ons doorstraalt
de Geest die van de hemel daalt.

6   Wanneer het hart geheiligd is
vervul het met uw lafenis,
scheld Gij ons onze schulden kwijt
en geef ons vrede in deze tijd.

7   Wij roepen God de Vader aan,
de Zoon, uit 't graf weer opgestaan,
de Heil'ge Geest, die ons geleidt,
van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Liedboek voor de Kerken 1973