Gezang 232


1   Gij, Jezus Christus, opgestegen
tot hoogste heerlijkheid,
blijft ons nabij op onze wegen;
U zij de lof gewijd.
Uw weg ging voort door smaad en dood;
o Heer die ons uw lichaam bood
als 't levensbrood

2   Gij, 's Vaders Zoon, ten troon verheven,
betoont uw majesteit,
belooft voor ons verloren leven
behoud in eeuwigheid.
Gij zijt de doodspoort doorgegaan;
als overwinnaar opgestaan,
naamt Gij ons aan.

3   Nog is uw heerlijkheid verborgen,
maar ons geloof vertrouwt,
dat eenmaal op de eeuw'ge morgen
uw macht het veld behoudt.
Gij, kracht, verhuld in brood en wijn,
wilt onze eeuw'ge spijze zijn
en maakt ons rein.

4   Heer, open ons genadig de ogen
en doe ons door uw Geest
het licht zien en uw naam verhogen,
voor 't oordeel onbevreesd.
Ten troon verheven, ons nabij,
staat Gij ons in de strijd terzij.
Mijn kracht zijt Gij.

Liedboek voor de Kerken 1973