Gezang 221


1   Wees gegroet, gij eersteling der dagen,
morgen der verrijzenis,
bij wiens licht de macht der hel verslagen
en de dood vernietigd is!
Here Jezus, trooster aller smarten,
zon der wereld, schijn in onze harten,
deel ons zelf de voorsmaak mee
van der zaal'gen sabbathsvree!

2   Op uw woord, o Leven van ons leven,
werpen wij het doodskleed af!
Door de kracht uws Geestes uitgedreven,
treden we uit ons zondengraf.
Leer ons daag'lijks, leer ons duizendwerven,
in uw kruisdood meegekruisigd sterven,
en herboren opgestaan,
achter U ten hemel gaan!

3   In uw hoede zijn wij wel geborgen,
en schoon eerlang 't oog ons breek',
open gaat het op de grote morgen
na deez' aardse lijdensweek.
Welk een dag der ruste zal dat wezen,
als we onsterf'lijk, uit de dood verrezen,
knielen voor uw dankaltaar!
Amen, Jezus, maak het waar!

Liedboek voor de Kerken 1973