Gezang 21


1   Alles wat adem heeft love de Here,
zinge de lof van Isrels God!
Zolang ik hier in het licht mag verkeren,
roem ik zijn liefde en prijs mijn lot.
Die lijf en ziel geschapen heeft
worde geloofd door al wat leeft.
Halleluja! Halleluja!

2   Vorsten zijn mensen uit aarde geboren,
zij keren eens tot aarde weer;
rijkdom en macht, het gaat alles verloren,
niemand gedenkt hun daden meer.
Machtigen wank'len in hun waan,
roepen wij dan de Here aan.
Halleluja! Halleluja!

3   Welgelukzalig is ieder te noemen,
die Jakobs God als helper heeft!
Wat zou hem schade, wie zou hem verdoemen,
die dag aan dag met Christus leeft!
Wie met de Heer te rade gaat,
die staat Hij bij met raad en daad.
Halleluja! Halleluja!

4   Hij is 't, die hemelen, zee‰n en aarde,
die al wat is tot aanzijn riep,
de enige God die zijn macht openbaarde,
Hem is gehoorzaam wat Hij schiep.
Hij, die het al heeft in zijn hand,
houd ook ons zwak geloof in stand.
Halleluja! Halleluja!

5   O gij verdrukten, die onrecht moet lijden,
Hij die u recht verschaft is hier!
Hong'rige, Hij wil u spijze bereiden,
dorstig, zie de heilsrivier!
Zijt gij geboeid, Hij maakt u vrij;
God schenkt genade velerlei.
Halleluja! Halleluja!

6   Vreemdeling, die hier op aard moet gedogen,
dat u de haat der mensen treft,
Hij richt u op, als gij neer zijt gebogen
en Hij buigt neer wie zich verheft.
Zijt gij in rouw, God is uw licht;
Hij schenkt, o blinde, u 't gezicht.
Halleluja! Halleluja!

7   Roemt dan, gij mensen, en lofzingt tezamen
Hem die zo grote dingen doet.
Alles wat adem heeft roepe nu amen,
zinge nu blijde: God is goed!
Love dan ieder die Hem vreest
Vader en Zoon en Heil'ge Geest!
Halleluja! Halleluja!

Liedboek voor de Kerken 1973