Gezang 207


1   Hoort aan, gij die Gods kind'ren zijt:
der heem'len hoogste majesteit
verrees vandaag in heerlijkheid.
Halleluja.

2   De drie Maria 's daalden af
vroeg in de schemer naar het graf,
met zalf, waar elk haar liefde in gaf.
Halleluja.

3   Door Magdalena 's angstig woord
zijn twee discip'len aangespoord
en haastten ademloos zich voort.
Halleluja.

4   Johannes is over het veld
sneller dan Petrus voortgesneld,
om zelf te zien wat werd gemeld.
Halleluja.

5   De vrouwen, naar het graf gegaan,
zegde een witte engel aan,
dat nu de Heer was opgestaan.
Halleluja.

6   Aan de discipelen bijeen
was 't Christus zelve die verscheen
en vrede wenste als voorheen.
Halleluja.

7   't Bericht werd Thomas ook gedaan.
Hij hoorde het vol twijfel aan
dat Jezus zou zijn opgestaan.
Halleluja.

8   Zie, Thomas, mijn doorboorde zij,
mijn handen, voeten allebei,
en twijfel niet, geloof in Mij.
Halleluja.

9   De wond van spijker en van speer
zag hij en twijfelde niet meer,
maar stamelde: mijn God en Heer.
Halleluja.

10   Zalig wie niet getwijfeld heeft,
niet ziet en toch zich overgeeft,
zijn deel is dat hij eeuwig leeft.
Halleluja.

11   Wij vieren 't feest van Pasen weer,
en brengen alle lof en eer
aan onze opgestane Heer.
Halleluja.

12   Voor alles wat Hij heeft gedaan,
roepen wij God ootmoedig aan
nu onze Heer os opgestaan.
Halleluja.

Liedboek voor de Kerken 1973