Gezang 203


1   Die in de dood gebonden lag
om ons en onze zonden,
is opgestaan met groot gezag:
Christus heeft overwonnen!
Hij bracht ons het leven weer,
laat ons nu loven God en Heer
en zingen: halleluja!
Halleluja!

2   Geen die de dood bedwingen kon,
geen enkel mens op aarde;
dat kwam doordat wij man voor man
verstrikt in zonden waren.
Zo kreeg hij ons in zijn macht
en heeft ons in zijn rijk gebracht
en hield ons daar gevangen.
Halleluja!

3   Toen heeft Gods Zoon ons hulp verschaft.
Hij, als een mens gekomen,
wees zonde en verzoeking af
en heeft de dood ontnomen
als zijn rechtsmacht en geweld;
hij moest de sleutels van de hel
in Christus' handen laten.
Halleluja!

4   Het was een strijd sinds lang voorzegd,
die dood en leven streden.
Nu is, Godlof, het pleit beslecht:
Christus is onze vrede.
Hij die onze bondgenoot
geworden is, heeft in zijn dood
de dood voor ons verslagen.
Halleluja!

5   Ziet nu die 't ware Paaslam is,
waarvan wij moeten leven,
die aan het kruis in duisternis
zichzelf heeft prijsgegeven.
Zijn bloed is aan onze deur;
niet langer oefent zijn terreur
de dood, die mensenmoorder.
Halleluja!

6   Laat ons dan vieren 't hoge feest
dat Christus heeft gegeven,
verheugd van hart en blij van geest,
Hij immers is ons leven.
Hij is onze zon, ons licht,
op Hem is ons bestaan gericht,
't is dag voor ons geworden.
Halleluja!

7   Dit is het maal, hebt Gij gezegd,
der ongezuurde broden.
Wij doen het oude zuurdeeg weg,
gelijk Gij hebt geboden.
Gij zelf wilt tot lafenis
en spijze ons zijn, o Heer, dat is
genoeg voor dood en leven.
Halleluja!

Liedboek voor de Kerken 1973