Gezang 201


1   O dag van de verrijzenis,
de volken zijn verblijd,
Pasen des Heren, Pasen is 't,
nu Hij ons zelf geleidt,
ons leidt naar 't leven uit de dood
en naar de hemel heen
uit deze aarde en haar nood.
Hij leidt ons, Hij alleen.

2   O laat ons waarlijk zuiver zijn
dan zien wij hoe in 't licht.
zo stralend als de zonneschijn
Christus staat opgericht.
Dan horen we als de dag aanbreekt
met bovenaardse gloed,
hoe Christus zelve tot ons spreekt
zeggende: weest gegroet.

3   De hemel heft het loflied aan,
de aarde is verblijd,
Christus de Heer is opgestaan
in al zijn majesteit.
De wereld die onzichtbaar is,
de wereld die men niet ziet,
begroeten de verrijzenis
en zingen 't zegelied.

Liedboek voor de Kerken 1973