Gezang 198


1   De mond der aarde spreekt
de naam des levens uit,
de zoon der toekomst breekt
de kluisters van de tijd,

2   de dag die was verwacht
eeuwen en eeuwen her
breekt aan en uit de nacht
verrijst de morgenster,

3   het licht straalt uit de grond,
Christus is opgestaan,
de adem van zijn mond
spreekt ons met leven aan,

4   de duisternis verbleekt,
het is hoog aan de tijd,
de Man van Pasen steekt
zijn beide handen uit
Hij groet zijn Pinksterbruid.

Liedboek voor de Kerken 1973