1 | Dag zo bitter en zo goed |
dag waarop het schrift van onze zonden | |
werd vernietigd, ons geschonden | |
menszijn werd geboet. |
2 | Dag zo bitter en zo goed |
dag waarop de schuld van onze handen | |
werd gevorderd, en hun schande | |
weggedaan voorgoed. |
3 | Dag zo bitter en zo goed |
dag waarop de Heer doornageld boette | |
voor ons dwalen, onze voeten | |
waste met zijn bloed. |
4 | Dag zo bitter en zo goed, |
dag waarop de Heer van God verlaten | |
aan Hem vasthield, ons ten bate | |
zie het was zeer goed. | |
Liedboek voor de Kerken 1973