1 | Alles wat over ons geschreven is |
gaat Gij volbrengen deze laatste dagen, | |
alle geboden worden thans voldragen, | |
alle beproeving van de wildernis. |
2 | Gods schepping die voor ons gesloten bleef |
ontsluit Gij weer, Gij opent onze harten, | |
die Zoon van David zijt en Man van Smarte, | |
Koning der Joden die de dood verdreef. |
3 | Jezus, de haard van uw aanwezigheid |
zal in ons hart een vreugdevuur ontsteken. | |
Gij gaat vooraan, Gij zult ons niet ontbreken, | |
Gij Hogepriester in der eeuwigheid. |
4 | Gij onderhoudt de vlam van ons bestaan, |
aan U, o Heer, ontleent het brood zijn leven, | |
ons is een lofzang in de mond gegeven, | |
sinds Gij de weg van 't offer zijt gegaan. |
5 | Dit is uw opgang naar Jeruzalem |
waar Gij uw vrede stelt voor onze ogen, | |
vrede aan allen die uw naam verhogen: | |
heden hosanna, morgen kruisigt Hem! | |
Liedboek voor de Kerken 1973