Gezang 169


1   Zingt nu de Heer, stemt allen in
met ons die God lofzingen,
want Hij deed ons van het begin
verrukkelijke dingen.
Hij heeft het menselijk geslacht
in 't licht geroepen en bedacht
met louter zegeningen.

2   Maar wij verkozen 't duister meer
dan 't licht door God geschapen
en dwaalden weg van onze Heer
als redeloze schapen.
Wij hebben dag en nacht verward,
de nacht geprezen in ons hart
en onze dag verslapen.

3   Voor 't leven hebben wij de dood,
het lege niets verkozen,
voor vrede vreze, steen voor brood,
voor 't eeuwig goed de boze.
Wij hebben onze ziel verkocht
van ademtocht tot ademtocht
aan die genadeloze.

4   Maar God heeft naar ons omgezien!
Wij, in de nacht verdwaalden,
hoe zou het ons vergaan, indien
Hij ons niet achterhaalde,
indien niet in de duisternis
het licht dat Jezus Christus is
gelijk de morgen straalde.

5   Heer Jezus, die ons hebt bezocht,
Gij Opgang uit den hoge,
die onze ziel hebt vrijgekocht,
dat zij U dienen moge,
Gij herder die 't verloorne zoekt,
de hemel heeft ons niet vervloekt:
God is om ons bewogen.

6   Zingt dan de Heer, stemt allen in
met ons die God lof geven:
Hij schiep ons voor een nieuw begin,
hoeveel wij ook misdreven.
Hij riep ons uit de nacht in 't licht
van zijn genadig aangezicht.
in Christus is ons leven!

Liedboek voor de Kerken 1973