Gezang 167


1   Heer Jezus licht der wereld
en schat der zaligheid,
wij komen U ter ere,
hier door uw Geest geleid,
tezamen in uw tempel,
opdat ook wij misschien
naar Simeons exempel
U zouden mogen zien.

2   Gij laat U door ons vinden,
o Heer, in ieder oord.
Gij zijt bij uw beminden
aanwezig naar uw woord.
Geef dat ook hier en heden
't geloof uw heil aanschouwt,
uw tempel in mag treden,
U in de armen houdt.

3   Wees in ons leven luister
en licht in onze pijn,
en in ons kruis en duister
de milde zonneschijn,
voor 't aarz'lend hart een leider,
een vuur van heinde en ver,
voor zieken een bevrijder,
voor stervenden een ster.

4   Heer geef ook ons geringen
als eenmaal Simeon
de zwanenzang te zingen
uitziende naar uw zon:
Nu doe ik Heer in vrede
mijn oude ogen dicht,
ik heb reeds hier beneden
gezien uw zalig licht.

5   Ja, ja, ik mag geloven:
ik heb U zelf aanschouwd.
Dat kan geen vijand roven,
hoezeer hij mij benauwt.
ik ben in U geborgen,
niets is er dat ons scheidt,
geen bitterheid, geen zorgen,
nu Gij de mijne zijt.

6   Nu zijt Gij nog verheven
en ver van mij vandaan,
nu bid ik U met beven:
herken mij, zie mij aan.
Dan echter, o getrouwe
zal ik van aangezicht
tot aangezicht aanschouwen
uw ongeschapen licht.

Liedboek voor de Kerken 1973