Gezang 159


1   O Here Jezus, lang verbeid,
Gij die onze verlosser zijt,
neem het lied aan, U toegewijd,
uit genade.

2   Wij waren in de zonde dood,
maar Gij, begaan met onze nood,
daalde neer in Maria 's schoot
uit genade.

3   U werd in haar jonkvrouwlijkheid
een mens'lijk lichaam toebereid
door Gods Geest van voor alle tijd
uit genade.

4   Gij leerde ons een nieuw bestaan
en wees de smalle weg ons aan,
die wij moeten ten leven gaan,
uit genade.

5   Toen hebt Gij zelf de dood geduld
en, diep veracht, uw werk vervuld
om ons heil en om onze schuld
uit genade.

6   En opgestegen tot Gods troon,
bepleit Gij als zijn eigen Zoon
voor de uwen de zegekroon
uit genade.

7   Verzamel Gij uw kerk o Heer,
regeer haar met uw trouwe leer,
om uws lieven naams lof en eer,
uit genade.

8   Geef door uw arbeid en uw strijd,
dat zij gewint de zaligheid
en U lofzingt in eeuwigheid,
uw genade.

Liedboek voor de Kerken 1973