Gezang 144


1   Dansen wil mijn hart en springen,
Heer, voor U
juichen, nu
alle eng'len zingen.
Luister, hun vervoerde koren,
hel en luid,
juub'len 't uit:
Christus is geboren!

2   Heden heeft zijn rijk verlaten
's hemels held,
uw geweld,
dood, zal niet meer baten!
Als bevrijder zond de Here
van zijn troon
ons zijn Zoon.
Lof zij Hem en ere!

3   Tot zijn krib roept Hij de mensen,
u en mij.
Kom, zegt Hij,
Ik vervul uw wensen;
laat u niet door schijn verblinden:
wat gij mist,
in Mij is 't
voor wie zoekt te vinden.

4   Komt dan haastig toegelopen!
Hier wordt heel
't heil uw deel,
zie, de poort staat open!
Hij is liefde, Hij is leven;
niet meer ver
straalt de ster,
die u licht zal geven.

5   Gij die zijt in 't nauw gedreven,
hebt vrij baan,
gij moogt gaan
op de weg ten leven.
Kom, Hij wil u vrolijk maken;
gij zult zijn
daar waar pijn,
nood noch dood u raken.

6   Gij die onder uw geweten
deerlijk lijdt,
kom, gij zijt
niet door God vergeten.
Zie dit kind, gij hebt gevonden
die geneest
hart en geest
en verbindt uw wonden.

7   Staat gij daar met lege handen,
hier zendt geen
u weer heen
in uw schuld en schande.
Want in Hem schenkt God ons allen
's hemels schat,
't schoonste wat
ons ten deel kan vallen.

Liedboek voor de Kerken 1973