Gezang 125


1   O kom, o kom, Immanuël,
verlos uw volk, uw Israël,
herstel het van ellende weer,
zodat het looft uw naam, o Heer!
Weest blij, weest blij, o Israël!
Hij is nabij, Immanuël!

2   O kom, Gij wortel Isaï,
verlos ons van de tyrannie,
van alle goden dezer eeuw,
o Herder, sla de boze leeuw.
Weest blij, weest blij, o Israël!
Hij is nabij, Immanuël!

3   O kom, o kom, Gij Oriënt,
en maak uw licht alom bekend;
verjaag de nacht van nood en dood,
wij groeten reeds uw morgenrood.
Wees blij, weest blij, o Israël!
Hij is nabij, Immanuël!

4   O kom, Gij sleutel Davids, kom
en open ons het heiligdom;
dat wij betreden uwe poort,
Jeruzalem, o vredesoord!
Weest blij, weest blij, o Israël!
Hij is nabij, Immanuël!

5   O kom, die onze Heerser zijt,
in wolk en vuur en majesteit.
O Adonai die spreekt met macht,
verbreek het duister van de nacht.
Weest blij, weest blij, o Israël!
Hij is nabij, Immanuël!

Liedboek voor de Kerken 1973