1 | Komt tot ons, de wereld wacht, |
Heiland, kom in onze nacht. | |
Licht dat in de nacht begint, | |
kind van God, Maria 's kind. |
2 | Kind dat uit uw kamer klein, |
als des hemels zonneschijn | |
op de aarde wordt gesteld, | |
gaat uw weg zoals een held. |
3 | Gij daalt van de Vader neer |
tot de Vader keert Gij weer, | |
die de hel zijt doorgegaan | |
en hemelwaarts opgestaan. |
4 | Uw kribbe blinkt in de nacht |
met een ongekende pracht. | |
Het geloof leeft in dat licht | |
waarvoor al het duister zwicht. |
5 | Lof zij God in 't hemelrijk, |
Vader, Zoon en Geest gelijk, | |
nu en overal altijd, | |
nu en tot in eeuwigheid. | |
Liedboek voor de Kerken 1973