Gezang 121


1   God lof! Nu is gekomen
Gods aangename tijd:
de Koning onzer dromen,
de Heer der heerlijkheid
treedt, zonder praal en pracht,
in onze wereld binnen,
om hier te overwinnen
de duivel en zijn macht.

2   Hij wilde zich verlagen
en daalde van zijn troon;
een ezel mag Hem dragen,
Hem sieren staf noch kroon.
Hij wil zijn koningsmacht
en majesteit verhullen,
om need'rig te vervullen
wat God van Hem verwacht.

3   Gij machtigen der aarde,
't is uit met Gods geduld,
zo gij Hem niet aanvaarden,
Hem niet aanbidden zult.
Wie in hun trots en waan
zich tegen Hem verheffen,
die zal zijn gramschap treffen,
die doet Hij ondergaan.

4   Gij armen en verdrukten,
waar gij op aarde zijt,
gebeukten en gebukten
in deze boze tijd,
houdt moed, Hij nadert al!
Gij moogt uw Held ontvangen,
de Vorst van uw verlangen,
met lied'ren zonder tal!

Liedboek voor de Kerken 1973