2 |
Rechtvaardigheid is zijn bestel, |
|
zachtmoedigheid zijn metgezel. |
|
Hij draagt een kroon van heiligheid, |
|
een scepter van barmhartigheid. |
|
Hij maakt ons vrij, de angst verdwijnt, |
|
Juicht, nu die Heiland ons verschijnt; |
|
door Hem geschiedt Gods raad, |
|
zijn heerschappij bestaat! |