1 | Het einde aller dingen is nabij, |
zo weest dan nuchter, waakt in de gebeden, | |
vurig van hart en staat elkander bij; | |
liefde dekt alle ongerechtigheden. |
2 | Staat voor elkander open, dient elkaar, |
ieder gelijk hij gaven heeft gekregen; | |
maakt om u heen het heil des Heren waar | |
en deelt met een ruim hart Gods grote zegen. |
3 | Als iemand spreekt, hij spreke vrank en vrij |
als iemand dient, hij diene met zijn daden, | |
dat God in taal en taak verheerlijkt zij: | |
Woord van zijn Woord, genade voor genade. |
4 | Door Jezus den Messias wien behoort |
de kracht, de heerlijkheid alle de dagen; | |
zo weest nu waakzaam en gedenkt het woord | |
het einde aller dingen heeft geslagen. | |
Liedboek voor de Kerken 1973