Gezang 103


1   De heiligen, ons voorgegaan,
hebben hier niets verworven,
maar zijn aan 't einde van hun baan
als vreemdeling gestorven.
Maar zij geloofden dat Gods hand
die hen tot daar geleid had
in 't beter, hemels vaderland
een stad voor hen bereid had.
Geprezen zij zijn naam!
Hij deed hen veilig gaan!
Komt, zingen wij tesaam
met alle heiligen!

2   Zij trokken uit als Abraham,
door God de Heer geroepen
zonder te weten waar hij kwam,
om 't land van God te zoeken.
Zij zijn gestorven in zijn naam
en hebben niets geweten
dan dat Hij had gezegd: Ik schaam
mij niet uw God te heten.
Geprezen zij zijn naam!
Hij deed hen veilig gaan!
Komt, zingen wij tesaam
met alle heiligen!

3   Die van de aarde vrijgekocht
nu rusten van hun werken,
zij spreken en getuigen nog
om ons geloof te sterken,
dat wij omgeven door de wolk
de weg ten einde lopen,
een met het heilig trekkend volk
in liefde en in hope.
Geprezen zij zijn naam!
Hij doet ons veilig gaan!
Komt, zingen wij tesaam
met alle heiligen!

Liedboek voor de Kerken 1973